Op het vooraanzicht van het kleed zijn alle christelijke feesten uitgebeeld.

De ronde blauwe cirkel staat symbool voor het open graf.

In de cirkel de kribbe en het kruis.

Om de kribbe heen de armen van God, de halve witte cirkel. De kleur van Kerst en Pasen.

Want God had de wereld zo lief dat hij zijn enige Zoon heeft gegeven (Joh.3:16).

Jezus kwam naar de aarde, vol liefde voor de mensen. Daarom is de kribbe rood.

Om de kribbe en het kruis de kleuren paars en roze.

Paars verwijst naar Advent en de Veertigdagentijd.

Roze vertelt in de Adventstijd dat Kerst aanstaande is.

In de Veertigdagentijd dat het Pasen gaat worden.

Het kruis staat symbool voor Goede Vrijdag. Jezus heeft in zijn grote liefde zijn leven

gegeven om voor ons de weg naar God weer vrij te maken.

Jezus is op de derde dag weer opgestaan. Onze levensweg loopt door het open graf.

We zijn op weg naar de nieuwe toekomst, dit kan omdat het Pasen is geweest,

de weg naar het Vaderhuis is open.

Vanuit het open graf stralen van goud. De dood is overwonnen!

Onze levensweg is groen, de kleur van leven.

De mensen zijn met elkaar verbonden en met Jezus (het kruis).

De stofkleur van de mensen is wit met een groene veeg erin.

Wit is de kleur van vreugde, groen is de kleur van leven.

Wij mogen leven en samen met Jezus onze weg in vreugde gaan.

De kleuren boven het graf zijn roze en wit,

deze verwijzen naar de Hemelvaart en naar de wederkomst.

Wij mogen leven met toekomstverwachting. We zijn op weg naar het feest dat komt.

De rode vlammen en de duif verwijzen naar Pinksteren.

Op het bovenaanzicht van het kleed zijn twee handen afgebeeld.

Vanaf de kansel gezien zijn het twee open handen en verwijst het naar de gemeente die haar hart opent voor het woord van God.

De predikant mag dit Woord daarin leggen.

Vanaf de kant van de gemeente zijn het zegende handen,

de predikant mag aan het einde van de dienst de zegen van God aan de mensen meegeven.

Op het achteraanzicht van het kleed is het logo van de kerk verwerkt.

 

Psalm 134 Ronald Koops